Als je mag kiezen: een stap dichter bij je (financiële) vrijheid of je droomauto? Wat zou jij kiezen? Enneh, als je die leeftijd hebt bereikt, heb jij wel eens iets gekocht wat typisch schreeuwt: ‘midlife crisis’?
foto: 1 augustus 2020. Dit keer géén wandeling, maar de dag dat we onze ‘gouden*’ UP in ontvangst namen.
Een autoliefhebber
Gas geven als je de bocht uitkomt terwijl je voelt hoe de auto de bocht omarmt. Nog wat extra gas geven in een tunnel en genieten van het diepe weerkaatsende geluid, het prachtige donkere gebrom van de hoogtoerige V6-in-lijn. En elke keer weer verrast worden door het lijnenspel wanneer je naar de auto loopt; de wendbare korte achterkant die overloopt in de lange neus die kracht en snelheid belooft. De geur en het kraken van het leer als je je in de diepe stoelen laat zakken en de anticipatie vlak voor je de autosleutel omdraait. En hoewel ik een hekel heb aan schoonmaken, vind ik rust in het poetsen van deze schoonheid. Sja. Ik had het goed te pakken, ik was verliefd op mijn BMW Z4.
… met een midlife crisis en geldingsdrang
Die had ik aangeschaft. Natuurlijk met de grootste motor, met méér PK en véél minder bagageruimte dan praktisch verantwoord was. De autoliefhebber in mij zei dat ik de auto had verdiend, dat dit mijn hobby was, en dat ehhh, … gek eigenlijk, ik weet niet eens meer wat ik dacht om de aanschaf te verantwoorden. Wat ik wél weet is dat ik op dat moment net 40 was geworden en het (blijkbaar) erg belangrijk vond om in een platte snelle sportauto te rijden. Terugkijkend denk ik: classic midlife crisis.
Ik vond het fantastisch, zeker! Maar als ik écht eerlijk ben, deed ik het óók voor de ‘bühne’. Een soort gekke combinatie van luisteren naar mensen die je niet eens kent, en iets wat ik alleen maar kan omschrijven als een soort geldingsdrang.
En als je autoliefhebber bent én last hebt van een midlife crisis, dan is dat een hele onhandige en dure combinatie. Dan ga je dus een veel te dure sportauto kopen waarin je te weinig rijdt. Of een Harley. Of … well, you get the picture.
FIRE, financieel vrij
Zodra je gaat nadenken over FIRE (Financial Independence Retire Early), financiële vrijheid, en hoe je het zou kunnen bereiken, verschuiven de prioriteiten vanzelf.
Financieel vrij betekent dat je je huidige levensstandaard kan aanhouden terwijl je leeft van je passieve inkomsten, of het rendement van je vermogen, of een combinatie van beiden.
Feitelijk hoef je dan niet meer te werken, want er komt per maand voldoende binnen om van te leven. Je mág natuurlijk wel werken, als je dat leuk vindt, maar niks hoeft. Ineens ben je vrij om te doen wat je wilt. Voor sommigen betekent dat de hele dagen Mai Tai’s drinken op een palmstrand, en voor anderen betekent dat juist iets doen wat je altijd al hebt willen doen, maar nu zonder de druk dat er geld in het laatje moet komen. Zo’n guitig stroopwafel-bak-karretje (iets wat Marlies en ik serieus hebben overwogen) is ineens wél haalbaar.
Besparen telt dubbel
Besparen telt dubbel. Stel je kiest ervoor om NIET te besparen maar om alleen meer te verdienen. Dan doe je precies dat, namelijk méér verdienen. Je huidige (dure) levensstandaard blijf je houden, je grote huis, die platte, snelle open BWW hou je ook. Die heb je tenslotte verdiend. Dat wat je extra verdient kun je beleggen, investeren, of wat dan ook. Alles om uiteindelijk meer passief inkomen te vergaren.
Echter, als je struktureel bespaart doe je TWEE dingen tegelijkertijd. Je verlaagt je huidige maandlasten én je verlaagt het vermogen dat je nodig hebt om FIRE te kunnen leven.
Stel je geeft momenteel €3000,- euro per maand uit, inclusief alles (woonlasten, boodschappen, verzekeringen, abonnementen, eventuele belastingen). Dan ben je dus FIRE of financieel vrij als je een rendement haalt uit je vermogen van minimaal €3000 netto per maand, ofwel €24.000 per jaar. En stel verder dat je 4% rendement haalt op je vermogen dan heb je dus €864.000 nodig om FIRE te zijn. Als je per maand €3500,- uitgeeft, heb je €1.050.000 nodig. En dan stel je al snel de vraag: wat kost deze mooie sportauto eigenlijk per maand? Het blijkt dat zo’n auto, inclusief afschrijving zo’n €1000 per maand kost. Oei.
Van een brullende drie-liter V6 in lijn … naar een snorrend één-punt-nulletje
Ik hou nog steeds van auto’s. En als ik weer zo’n mooi exemplaar voorbij zie rijden kijk ik ‘m toch even na. Maar de prioriteiten zijn veranderd. Na de realisatie dat besparen dubbel telt hebben we een aantal aanpassingen in ons leven doorgevoerd. Kleiner gaan wonen, minder spullen méér ervaringen, regelmatig een ‘buy nothing new maand’ inlassen, geen Starbucks of Bubble Tea’s meer en …. ja de BMW de deur uit. We rijden nu de kleinste, minst stoere, tweedehands Volkswagen die er is. Geen brullende hoogtoerige V6 in lijn, maar een heerlijk snorrend TSI motortje: ons ‘gouden*’ UPje.
En die midlife crisis? Ook die heb ik buiten de deur gezet, samen met de BMW.
* “Een gouden auto”
Vlak nadat we de Up gekocht hadden, stonden Marlies en ik voor een stoplicht. Het was lekker weer, schuifdak en de ramen stonden open. Zacht briesje. Een klein blond jochie van een jaar of 4 stond hand in hand met z’n moeder op de stoep. Hij keek naar onze auto, keek naar zijn moeder. En toen zei hij, net even iets te luid: “Kijk mam, een GOUDEN auto!” En zo is het maar net. Zonder zo’n midlife crisis kan ook een klein autootje ‘goud’ zijn.
No reacties